Madagascar
Het noorden van Madagascar
Wie weet er eigenlijk iets te vertellen over Madagascar? Eigenlijk is dit eiland voor ons nog ’terra incognita’. De meesten komen niet verder dan de bekende tekenfilm en noemen dan dieren die nou nét niet op Madagascar voorkomen. De meeste reizigers volgen de klassieke RN7 route, vervolgens het oosten en sluiten dan bijvoorbeeld af op Iles St. Marie, of, aan de andere kant van het land: de kustplaats Ifaty. De avonturiers onder ons gaan naar het onbegaanbare woeste en ruige westen. Wat veel minder wordt bezocht is het noorden. En dat deden wij.
Hoe pak je dat aan?
Ten eerste moet je hier zien te komen. Wij vlogen met Air Madagascar, de enige vliegoptie, en dat is geen pretje moet ik je bekennen. Het is een degelijke maatschappij met goede vliegtuigen maar, zoals alle eiland maatschappijen, is inmiddels mijn ervaring, zo onbetrouwbaar als de pest.
Bij Air Madagascar zijn vertragingen, wijzigingen en annulaties aan de orde van de dag. Dagelijks checken is echt noodzakelijk en dat wil je niet, dus uit handen geven, die handel. Regel je trip met een excursie bureau en laat zij je op de hoogte houden. Of regel alles bij één bureau. Wij deden dat bij Mora Travel en hebben daar zeker geen spijt van gehad.
Excursiebureaus die een package naar het noorden aanbieden zijn King de la Piste en Evasion sans Frontière.
Montaigne d’Ambre en de Rode Tshingys
Wij hebben de beschikking over een chauffeur (Eme) en een engelstalige gids (Floris). Zij brengen ons naar het plaatsje Joffreville. Dit is een oorspronkelijke Franse enclave en in de zestiger jaren verlaten. De bewoners wonen nog altijd in lemen hutjes, de koloniale stenen huizen staan er verlaten bij . Wij slapen bij de nonnetjes. Het Jean Baptiste Benedictijner klooster. Enerzijds een bijzondere plek, heel basic, een kloostercel met wc op de gang. Anderzijds: wat moeten we hier in godsnaam doen? De lunch is heerlijk, maar daarna gaan de kloosterdeuren weer op slot en hangen we een beetje buiten te hangen op het stoepje. ’s Avonds voor het eten maken we een nachttour met Floris en na een wederom heerlijke maaltijd gaan we van arren moede maar naar bed.
De volgende dag brengen we een bezoek aan Montaigne d’Ambre een National Park op een steenworp afstand van ons klooster. Wij hebben maar een ochtend de tijd om dit park te bezoeken en dit is wat mij betreft geen aanrader. We lopen langs een doorgaande route en dat geeft nou niet bepaald een lonely planet gevoel. Wél zien we hier de kleinste kameleon: de brookesia minima, en twee prachtige watervallen.
Daarna een lange rit naar National Park Ankarana. Wij stoppen onderweg bij de Red Tshingy, een geweldig mooi gebied wat niet te vergelijken is met de Grey Tshingy. Deze Tshingy zijn van zacht rozerood gesteente en hebben ronde punten in plaats van de spitse punten die we later zien in Ankarana. Maar …. de weg er naar toe is een 17 kilometer offroad waar we minimaal een uur over doen. De Red Tsingy zijn om te bekijken, niet om in te wandelen. Je kunt er langs lopen en mooie foto’s maken. Het gebied is verboden te betreden vanwege de kwetsbaarheid van de rotsen. Ik stelde me een soort Bryce Canyon in Amerika voor waar je eindeloos kun wandelen, maar dat is het dus niet.
Daarna is het nog een lange rit naar Ankarana. De afstand lijkt kort maar de weg, de RN6, is bijzonder slecht en we doen er zeker een uur of drie over.
Ankarana
Dit park is één van de hoogtepunten van onze reis. Het bestaat uit een onaards landschap van spitsgevormde rotsformaties met veel grotten ertussen. We lopen de hele ochtend tussen en over deze ‘tshingys’ totdat we bij een grote hangbrug komen, waar we een geweldig uitzicht over het hele gebied hebben. ’s Middags bezoeken we een vleermuizengrot en een grot vol met stalactieten en stalagmieten. Ik ben blij met onze gids, we zijn de enige bezoekers en we hebben alleen onze eigen zaklantaarns in deze stikdonkere grotten. Ik ben geen held en toch wel blij als we weer in de buitenlucht staan.
Wat een wildlife zien we in dit prachtige park: diverse soorten lemuren, kameleons en veel verschillende vogels. Als we bijna bij de uitgang zijn, zien we vlak naast ons, op de grijze tshingys, een jonge crowned lemur. Wat een mooi beestje, hij kijkt wat angstig maar blijft toch bij ons in de buurt. Na de fotosessie met deze schat is het alweer tijd om dit mooie gebied te verlaten.
De entree van het park ligt gewoon aan de doorgaande route (de RN6) dus als je met een taxi brousse bent kun je je daar prima uit laten zetten.
Slaap lekker zzzzz
- In Joffreville slapen wij bij de nonnen in het klooster van Jean Baptiste. Heerlijk eten en een bijzondere slaapplek. Minpunt is dat er geen enkele ruimte is om te relaxen.
- In Ankarana slapen wij bij Chez Laurent. Als er ‘chez’ voor staat is het simpeler dan simpel, weet ik inmiddels. Maar bij ‘chez’ hebben we wel superlekker gegeten. Er is geen electriciteit maar ’s avonds gaat de generator aan. Dit kan wat overlast geven.
- De volgende nacht hebben we een plekje geregeld bij Relais d’Ankarana. Ook basic, maar met een prima kamer, goede bedden, klamboes en een douche met warm water.
- Als je boekt bij “king de la piste” slaap je in hun eigen lodge. Die er geweldig uitziet.
- Via Evasion Sans Frontière kun je ook Iharana Bushcamp boeken. Luxe, dus prijziger.
Handige tips
- Manage je verwachtingen. Er is ’s avonds niets te beleven, dus neem een goed boek mee.
- Een zaklantaarn voor een bezoek aan een grot en tevens voor een nachtelijk toiletbezoek. Er is hier geen electriciteit
- Als je hierna naar Nosy Be wilt is het handig als je je tegen een meerprijs af laat zetten in Ankify. Vanuit Ankify gaan er boten naar Nosy Be. De reistijd van Ankarana naar Ankify is ongeveer vier uur.
- Wist je dat onze vanille uit Madagascar komt? Op de route naar Ankify, kun je vragen om even te stoppen bij een vanilleplantage. Vaak hebben ze er ook ylangylangbomen, cacao, ananas en jackfruit.
- Als je van krab houdt zit je hier goed, dit kun je echt overal bestellen. Wat ook lekker is, de gefrituurde aubergine, mmmmm.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!